Maandag 14 mei verloor de Europese stripwereld een grote
naam. William Vance, het pseudoniem van William Van Cutsem, op 8 september 1935
geboren in Anderlecht, stierf aan de gevolgen van Parkinson waar hij al langer
aan leed. Hij overleed nabij Santander in Spanje waar hij al sinds 1979 woonde.
Vance was de tekenaar van een van de best verkochte Europese
stripreeksen, de thriller XIII op scenario van Jean Van Hamme. Op zijn
rijkgevulde palmares staan ook tientallen kortverhalen en illustraties voor
Kuifje, de maritieme reeksen Howard Flynn en Bruce J. Hawker, de actiereeks
Bruno Brazil, de middeleeuwse reeksen Ramiro en Roderik, de western Ringo en de
sciencefictionstrip XHG-C3. Hij hielp Bob Morane als stripreeks elf jaar lang
naar grotere hoogten en hij tekende de eerste twee delen van de driedelige
Blueberry-spin-off Marshal Blueberry. Na het afronden van de verhaallijnen in
XIII hield Van Hamme het voor bekeken, maar Vance wou ermee doorgaan. Na enkele
platen van de nieuwe start op scenario van Yves Sente moest hij het tekenen in
2010 voorgoed laten. De reeks werd vervolgens overgenomen door Iouri Jigounov.
Inleiding tot een
œuvre
In 1962 startte Vances stripcarrière via een omweg in de
reclame in het weekblad Kuifje met talloze illustraties en een zestigtal
waargebeurde kortverhalen, Kuifjes antwoord op de toen succesvolle reeks Oom
Wim uit Robbedoes. In 1963 mocht hij zich al aan langere verhalen wijden voor
de reeks Howard Flynn op scenario van Yves Duval. Het eerste album werd
uitgebracht in twaalf landen. "Verhalen over de Britse marine doen het
altijd goed", verklaarde Vance in Stripschrift 351 van juli 2003. Tijdens
zijn werk aan Howard Flynn stelde Vance de western Ringo voor aan Kuifje. Na
twee avonturen op scenario van Jacques Acar zette hij de reeks in 1978 verder
met André-Paul Duchâteau.
Voor de grote doorbraak voor het grote publiek zorgde Greg
die onder het pseudoniem Louis Albert in 1967 de spionagereeks Bruno Brazil
verzon. In 1977 was het de bedoeling dat Van Hamme de reeks als scenarist zou
opvolgen, hij had zelfs een bijna compleet verhaal geschreven, De Rode Ketting,
maar het lot besliste er anders over. Van Hamme wou andere paden bewandelen. In
1984 komt hij met XIII op de proppen.
In 1967 vroeg het vrouwenweekblad Het Rijk der Vrouw hem Bob
Morane over te nemen van Gérald Forton op scenario van Henri Vernes, tevens de
schepper van de avonturenromans van de held. De samenwerking duurde achttien
albums en elf jaar. Coria, Vance' schoonbroer, neemt de reeks vervolgens over.
Voor hetzelfde weekblad zette hij de kortstondige, middeleeuwse reeksen Roderik
(op scenario van Lucien Meys in 1972) en Ramiro (scenario van Jacques Stoquart
in 1974) op.
Vance tekende regelmatig aan verschillende reeksen die
elkaar afwisselden en opvolgden. In 1976 ontwierp hij zelf de maritieme reeks
Bruce J. Hawker, zijn favoriete strip. Het succes van XIII stond het voltooien
van een laatste album altijd in de weg. Onlangs kwam ter sprake dat er aan een
eventuele comeback van Bruce J. Hawker wordt gedacht. Een eerste nieuw tweeluik
Bruno Brazil, door Philippe Aymond en Laurent-Frédéric Bollée, start in 2019.
Waardering en kritiek
Vooral Vance' realistische tekenwerk wordt ruim gewaardeerd.
Zijn zin voor documentatie hield 'm niet tegen om bijvoorbeeld — en wij
overdrijven niet! — de uurregeling van een bus in Minnesota of het type van
gebruikte helm bij de 82ste luchtlandingsdivisie van het Amerikaanse leger te
achterhalen. In Valstrikken en Liefdesbeetjes uit 2004 zei hij daarover:
"Het grootste werk is zoveel mogelijk actuele documentatie verzamelen.
Geen mensen laten springen met parachutes van vijftien jaar geleden. Onder de
achthonderdduizend lezers van XIII zitten onvermijdelijk kenners". De
oplage van de laatste XIII-albums hield tot aan en de jaren na zijn afscheid
van de reeks stand op een half miljoen exemplaren per album. De laatste tien
jaar zakte die oplage net zo goed als zowat alle andere stripreeksen.
Hoewel een meester in het neerzetten van realistische decors
en een specialist in het tekenen van storm, felle regenbuien en ander noodweer
wordt hem weleens verweten dat er minder variatie zit in de hoofden die hij
tekent. Op het kapsel en wat geprononceerde gelaatstrekken na zijn de gezichten
van alle hoofdfiguren uit zijn reeksen perfect inwisselbaar. En zijn vrouwtjes
lijken ook wel gegoten uit één enkele mal. Bovendien ontbreekt het de
personages aan een minimum aan expressiviteit en emotie. De gezichten zijn vaak
in vooraanzicht of zijaanzicht getekend, zelden op een andere manier.
Niettemin kreeg Vance alle verdiende aandacht. In 2005 kreeg
hij in Turnhout de Bronzen Adhemar, wat hem een bronzen beeldje en 12.500 euro
opleverde. Geert De Weyer publiceerde toen een interviewboek waarin de complete
carrière van Vance de revue passeerde. Het boek verscheen als een
Stripschrift-special in hardcover. De laatste jaren werkte Patrick Gaumer, de
schrijver van de monografie over Grzegorz Rosinski, aan een dik overzichtsboek
en monografie van Vance waarvoor hij een paar keer afzakte naar Spanje. Door
Vance' ziekte werd het project meermaals on hold gezet. In 2009 kreeg hij het
ereburgerschap van de stad Brussel. Onze fotograaf Raymond Lagae was er toen
als enige Vlaamse pers bij en kwam met deze reportage terug.
XIII blijft op de markt aanwezig. Het is zijn grootste
succes met vele vertalingen, de succesvolle spin-off XIII Mystery en diverse
adaptaties als games en een tv-serie. Vance' oudere productie raakte gebundeld
in diverse integrales. In de reeks Alles van W. Vance (met al zijn
kortverhalen, illustraties, alle verhalen van Howard Flynn, Roderik, Ringo en
Ramiro) ontbrak helaas de vertaling van de laatste twee bundels met verhalen
van Ramiro. Bij Saga Uitgaven volgden integrales van Bruno Brazil en Bruce J.
Hawker. Bij Dargaud wordt nog een integrale verwacht van Marshal Blueberry.
Zijn albums van Bob Morane zijn enkel in het Frans gebundeld.
Bron: http://www.stripspeciaalzaak.be/StripFacts.php#William-Vance